Alphen aan den Rijn is dertien nieuwe Stolpersteine rijker
ALPHEN AAN DEN RIJN – Alphen aan den Rijn is dertien nieuwe Stolpersteine rijker. Vrijdag 22 april zijn deze zogenaamde struikelstenen geplaatst door de Stichting Herdenking Joodse Vervolgingsslachtoffers. Deze steentjes worden neergelegd voor huizen waar tijdens de Tweede Wereldoorlog vermoorde of omgekomen burgers hebben gewoond.
De Stolpersteine zijn op vier verschillende locaties geplaatst. Zo zijn de nieuwe stenen te vinden aan de Gouwsluisseweg, de Vorselenburgstraat, het Hazeveld en de Rijnkade. De stenen aan de Gouwsluisseweg zijn gelegd ter ere van de familie Cassier. Alle gezinsleden werden in september en augustus van 1942 uit hun huis gehaald en direct na aankomst in Auschwitz vermoord.
Verder werden er onder andere stenen geplaatst voor Samuel Aardewerk en zijn vrouw Bertha aan de Rijnkade. Zij zijn op 16 juli 1943 opgehaald en gedood in Sobibor. Aardewerk was voorzanger van de Joodse gemeenschap. Daarnaast heeft het echtpaar Honig gedenkstenen gekregen aan het Hazeveld.
In totaal komen er 62 Stolpersteine in de gemeente Alphen aan den Rijn te liggen.
In de Willemstraat
De Stolpersteine worden neergelegd om burgers te herdenken die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord of omgekomen. Veel mensen uit de regio zijn geïnteresseerd in alle verhalen afkomstig uit die tijd. Deze verhalen herleven niet alleen dankzij deze gedenksteentjes; op 21 april heeft Stichting Productiehuis Alphen (Stichting PA) de theatervoorstelling In de Willemstraat op de planken gebracht.
‘Tijdens In de Willemstraat wordt er een stukje lokale geschiedenis tot leven gebracht op het toneel’, aldus de schrijver van de voorstelling, Kees Visschedijk. De voorstelling gaat over Bep en Janus van Gils die, samen met de ouders van Janus, dertien Joodse onderduikers te hulp schieten. Uiteindelijk weten al deze onderduikers de oorlog te overleven.
Het verhaal van Bep en Janus van Gils is overigens niet het enigste indrukwekkende lokale verhaal dat te maken heeft met de Tweede Wereldoorlog. ‘Er zijn nog genoeg verhalen die verteld moeten worden’, besluit Visschedijk.