Chef-kok Pierre Wind zet het museumpark op z’n kop tijdens Archeon Culinair
ALPHEN AAN DEN RIJN – Entertainer en kok Pierre Wind bezoekt elk jaar Museumpark Archeon tijdens Archeon Culinair, een heel weekend lang historische proeverijen en demonstraties door de eeuwen heen. Wind is de smaakmaker van het evenement, maar ook de medewerkers van Archeon maken van alles rond koken een feestje.
Het culinaire weekend begint bij de ingang van het museumpark met een hele grote barbecue waar Pierre Wind in een razend tempo weetjes rondstrooit over prehistorische rendierkebabs en oerworteltjes. ‘Die zijn paars. Oranje is van véél later’, zegt de goedlachse kok.
Hij heeft oortjes van Omroep West in zijn oren. De barbecue is namelijk live op de regionale radio te volgen. Later op de dag serveert de chef kastanjetaarten en hij eindigt zijn ‘optreden’ met het bakken van wentelteefjes.
Een stukje verderop zijn de jager-verzamelaars uit een wel heel ver verleden, zo’n 8.000 jaar maar liefst, druk bezig om vis te bereiden. De verse makreel komt net uit een kuil waarin de vis is gestoofd. Op de mosselen moet nog even worden gewacht, deze worden schoongemaakt voor later op de dag. Het vuurtje en de heerlijke geuren trekken gemakkelijk veel bezoekers die graag een stukje vis komen proeven.
Bij de Vroege Boeren wordt brood gebakken. Echt oerbrood in een oventje in de grote boerderij. Prehistorische stokbroodjes aan een stok mogen bezoekers zelf afbakken vlak boven de as van een open vuur. Een stukje verderop, ook een paar duizend jaar later in tijd, bij de bronstijdboerderij wordt linzensoep bereid in een aardewerk kookpot. Dat is dan de nieuwste uitvinding.
Bij de ijzertijdboerderij, uit de tijd vlak voor het begin van de jaartelling, wordt een speenvarken aan het vakkundig gesmede ijzeren spit geregen. In de loop van de dag zal het varkentje worden geroosterd en dan mogen bezoekers een vers plakje speenvarken proeven.
De big is uiteraard op diervriendelijke wijze geslacht door een moderne vakman, het keurmerk is duidelijk zichtbaar. Zo vroeg in de ochtend zijn de ijsblokjes er net uitgehaald.
Romeins eten lijkt erg op modern eten. De smaken doen denken aan de oosterse keuken. Dat komt door het veelvuldige gebruik van garum, een Romeinse vissaus die echt overal doorheen gaat. Bij het Romeinse woonhuis worden broodjes met moretum, een kruidenkaasje, geserveerd. Ernaast is een interessante presentatie met kookgerei ingericht. In de Herberg is een luxe eetkamer, het triclinium. De eetkamer met ligbedden is voor het culinaire weekend helemaal aangekleed en er worden luxe maaltijden geserveerd.
Voor ‘de gewone man’ zijn er stalletjes waar kant-en-klare hapjes kunnen worden geproefd. Er worden bijvoorbeeld Romeinse poffertjes gebakken en er worden dadels gevuld met noten. De soldaten pakken het anders aan. Die staan gewoon tussen hun wapentuig met een ijzeren kooktoestel en maken eenvoudige gehaktballen voor hun kameraden klaar.
Het middeleeuwse dorp gonst van de activiteiten en er komen heerlijke geuren uit een van de oudere huizen waar Vrouwe Hadewij ragout aan het koken is op een open haardvuur. Bezoekers mogen een lepel proeven. Een stukje verderop is de bakkerij. De bakker maakt krakelingen en bakt ze af in de oven in zijn tuin.
In het grootste huis in het stadje, het deftige huis van de pottenkoopman, is de tafel gedekt voor de heer en zijn gasten. In de keuken staat alles klaar voor het bereiden van een maaltijd. De dokter maakt ondertussen in zijn huis drankjes klaar, die ook geproefd mogen worden.