Cipier vrijgesproken van mishandelen gevangene die later overleed

Foto: John van der Tol

ALPHEN AAN DEN RIJN - Een cipier (36) van de gevangenis in Alphen hoeft niet de gevangenis in voor de mishandeling van een gedetineerde. Dat heeft de rechtbank in Den Haag besloten vanwege gebrek aan bewijs. De gevangene zou drie jaar geleden tijdens het overplaatsen naar een isoleercel zijn geschopt. Hij overleed een paar uur later. Volgens een intern onderzoek is de precieze doodsoorzaak niet bekend. Dat meldt Omroep West, mediapartner van Studio Alphen.

Het Openbaar Ministerie vervolgde de bewaker voor poging tot zware mishandeling en eiste 150 uur werkstraf en een maand voorwaardelijke celstraf. De rechtbank spreekt de cipier vrij omdat er te weinig bewijs is. Slechts één collega van de man was erbij en die heeft in het eerste verhoor niks gezegd over schoppen. De cipier zelf ontkent. Tijdens het proces werd de verdachte geschorst van zijn werk. 

Gevangene overleed

De overleden gedetineerde zat in voorarrest voor een geweldsdelict. De man verdacht zijn vrouw ervan dat ze vreemdging en raakte daardoor geobsedeerd. Nadat de gevangene twee keer brand stichtte in de cel, werd hij door vijf bewaarders overmeesterd, waarbij een worsteling plaatsvond.

Nadat hij was overgebracht naar een isoleercel werd de man slap en reageerde hij nergens meer op. Reaninimatie hielp niet meer. De man overleed dezelfde nacht nog in het ziekenhuis.

Gebroken strottenhoofdshoorntje

Volgens sectie op het lichaam had de gevangene een gebroken strottenhoofdshoorntje. Dat kan zijn gekomen door de worsteling met de bewakers. Maar volgens intern onderzoek is dat niet helemaal duidelijk. De gevangene zou zelf uitgegleden door water waarmee zijn cel eerder was geblust. De bewaarders werden door het OM niet vervolgd voor de dood van de gevangene.

Nabestaanden van de gedetineerde probeerden in een aparte procedure bij het hof alle betrokken cipiers daarvoor alsnog vervolgd te krijgen, maar dat werd afgewezen. Volgens het hof was er geen aanwijzing dat het overlijden te maken had met iets strafbaars.