Floreant begint Autiteams: ‘Draagt bij aan vriendschappen en vertrouwen’

Autivoetbalteams Floreant Foto: Floreant

BOSKOOP – Voetbalvereniging Floreant is gestart met autiteams. Momenteel bestaan de teams alleen nog uit jongens tussen de 6 en 22 jaar, maar meiden zijn evengoed welkom.

Michael, Ron, Marco en Ryan zijn de motor achter de autiteams. Gezamenlijk trainen en coachen zij de jeugdige spelers die het in een regulier voetbalteam wat lastiger hebben. Michael: ‘Meiden en jongens met autisme hebben nu eenmaal meer rust, structuur en duidelijkheid nodig. Dat vraagt vaak om persoonlijke aandacht, 1-op-1. En dat bieden wij.’

Floreant heeft voor de autigroep een eerste en een tweede team. De leeftijd varieert van 6 tot en met 21 jaar. ‘Nu bestaan de groepen nog volledig uit jongens, maar ook meiden zijn van harte welkom. Onze teams horen echt bij de club en we hebben zelfs een sponsor. SVL Heftruck heeft de teams in het nieuw gestoken en tenues en truien gesponsord. Dat wordt enorm gewaardeerd.’

Rust en duidelijkheid is belangrijk

Op de vraag wat het zo belangrijk maakt om een apart team te hebben voor jeugd met autisme geeft Michael aan: ‘Ik heb de jongens deze vraag zelf gesteld. Zij geven aan dat er in dit team aandacht is voor hun gevoel, dat er geluisterd wordt. Rust en duidelijkheid is belangrijk, omdat deze kinderen snel overprikkeld zijn door een “vol hoofd”. Als ze overprikkeld raken, worden ze boos of lopen weg en dat proberen we te voorkomen. Soms is er ook sprake van een sociaal probleem. Ik vind het heel mooi om te zien dat hier vriendschappen opbloeien, terwijl dit soms op school niet lukt.’

‘Mijn doel is om kinderen uiteindelijk door te laten stromen naar de reguliere voetbalteams. En dat lukt regelmatig', vervolgt Michael. 'Ik begeleid de overstap en geef de trainer handvatten voor de begeleiding. We bouwen vooral aan zelfvertrouwen bij onze spelers. Als er een stevige basis is, kunnen ze verder groeien en ontwikkelen. Prachtig om te zien en om hierbij betrokken te zijn. Dat geeft een gevoel van trots.’