Henk was 40 jaar bomenzoeker, een bijna uitgestorven beroep in Boskoop
BOSKOOP - Kasbazen, tuinchefs, meesterknechten, Boskoop kent vanuit de boomkwekerij vele unieke beroepen. Maar één beroep springt er bovenuit: de bomenzoekers. Zo'n vijftig jaar geleden reden er in Boskoop allemaal mannetjes rond op een Berini-bromfiets met een helmpje op en een lange leren jas. Wat deden deze bomenzoekers precies? En bestaan ze nog steeds?
Jos van Meijel van het Boomkwekerijmuseum weet nog goed dat de bomenzoekers door Boskoop reden op de brommer. 'Ja, dat waren belangrijke mannen. Een bomenzoeker was de inkoper van een bomenhandelaar. Want die bepaalde de afzet', legt hij uit.
'Als je niks aan die bomenzoeker kwijt kon, dan had je ook geen handel. Dus die werden wel met de nodige egards behandeld. Die kregen een goede kop koffie met een extra gevulde koek erbij', zegt Van Meijel. De bomenzoeker ging op de brommer van kweker naar kweker opzoek naar de beste bomen voor de handel. Alle kennis zat in zijn hoofd en alles ging in het Latijn. 'Maar ze bestaan niet meer', vertelt Jos. 'Alles is internet. De handel gaat nu via de computer'.
Laatste der Mohikanen
Het beroep bomenzoeker bestaat dus niet meer, maar als je heel goed zoekt zijn ze nog wel te vinden in Boskoop. Zoals de 82-jarige Henk van Gemeren. Henk was veertig jaar lang bomenzoeker. 'Dit is een Metasequoia Glyptostroboides', zegt hij als hij tussen de bomen loopt op een Boskoopse kwekerij. Alle kennis is nog steeds paraat, ook al is het dertig jaar geleden dat Henk van de brommer stapte.
'Kijk, dit is mooi hè? Rododendrons, schitterend! Dit is allemaal Azalea. Kijk! Dat is Chamaecyparis Obtusa Nana Gracilis, een conifeer. Wat een bomen!' roept Henk. Het is overduidelijk dat Henk een bomenzoeker is. 'Ik kom hier niet meer zo vaak, maar wat is het bijzonder om al deze mooie bomen hier te zien.'
'Ik had altijd een boekje bij me als ik een kwekerij bezocht. Dan schreef ik op wat ik wilde hebben voor de handel van mijn baas. Een kwekerij kon niet zonder een bomenzoeker, dat was zijn enige koper. Dat was hun bestaan, daar moesten ze die bomen aan kwijt.'
Voorrang bij de fietsenmaker
De meeste bomenzoekers reden op een Berini. Zelfs bij de fietsenmaker wisten ze dat het belangrijk was dat de bomenzoekers hun werk moesten blijven doen. 'Wij kregen meestal voorrang bij de fietsenmaker, zodat we snel weer de weg op konden om de kwekerijen te bezoeken', weet Henk nog.
Henk was toentertijd tegen het fooiensysteem: een bonus op de gemaakte aankopen. 'Kwekers wisten natuurlijk precies welke bomenzoeker daar gevoelig voor was. Want fooien, daar kon je iemand zowat mee omkopen, zeg ik wel eens. Dus ik wilde dat niet. Ik wilde gewoon transparant zijn'.
Kwekerijen worden schaarser
De kwekerijen uit de tijd van Henk - met veel verschillende soorten bomen - bestaan nog steeds in Boskoop, maar ze worden schaarser. Zo staan er velen te koop omdat de business veranderd is. Schaalvergroting is een grote reden. Moderne kwekerijen specificeren zich steeds meer tot één product.
Paul van der Salm kweekt al sinds de jaren tachtig lavendel. Hij heeft zeventien bedrijven, vele daarvan in Boskoop, maar ook een aantal in Portugal. 'De hele handel is veranderd. De tijd van de bomenzoekers is haast niet meer voor te stellen. We handelen niet meer op die manier', zegt hij.
Bomenkennis beperkter
'Zo hebben we alleen hier al 15.000 vierkante meter vol staan met lavendel. Dat gaat naar winkels over de hele wereld. Daarentegen is de kennis over de bomen ook aan het veranderen', vervolgt hij.
'Dat wordt beperkter. Je hoeft niet meer alles te weten over elk soort. De oude bomenzoekers zijn daarom echt bijzonder. Zij wisten echt alles.'
Het beroep bomenzoeker is opgenomen in de canon van Nederland. Henk zijn taak zit erop, alle bomen gevonden. Laten we hopen dat we ze niet kwijtraken.
Lees ook: Schuif staat omlaag: miljarden liters water weggestroomd