Van elegante zwaan tot lelijk eendje: recordkampioen AZC zinkt af naar vierde niveau

Foto: Studio Alphen
Foto: ANP

ALPHEN AAN DEN RIJN - Een ware schokgolf ging deze week door het Nederlands waterpolo. AZC, nog altijd recordkampioen met zestien landstitels, heeft zich teruggetrokken uit de eredivisie en speelt komend seizoen maar liefst drie klassen lager. Hoe is het Alphense vlaggenschip zo diep gezonken? 'Ik zeg het met pijn in mijn hart, maar dit is de enige juiste beslissing.'

Van een elegante zwaan die op eigen kracht groot geworden is, naar een gehate ekster die onderweg al het goud probeerde te pikken, en uiteindelijk het lelijke eendje van waterpoloënd Nederland. Met een klein beetje fantasie zou je zo de ontwikkeling kunnen omschrijven die AZC in de laatste 45 jaar heeft doorgemaakt.

Eind jaren zeventig werden de eerste drie landstitels gewonnen, waarna het mannenteam van de Alphense Zwem Club meer dan twee decennia het nationale waterpolo domineerde. Tien jaar terug dreigde degradatie voor de voormalige grootmacht, maar doordat de vermogende zakenman Ron van der Wild instapte als coach én geldschieter, kon AZC weer meestrijden om de prijzen.

'Geen hogere wiskunde'

Nu diezelfde Van der Wild na het afgelopen seizoen heeft aangekondigd te stoppen, stort zijn tijdelijke bouwwerk als een kaartenhuis in elkaar. Alle selectiespelers zijn vertrokken, de buitenlandse 'huurlingen' en de Nederlandse internationals voorop. 'Het is heel spijtig, maar dit zag ik wel aankomen', reageert de man die met AZC in tien jaar tijd beslag legde op één landskampioenschap, twee landelijke bekers en één Super Cup.

Als kersverse voorzitter van de waterpolotak - AZC heeft ook aparte afdelingen voor synchroon- en wedstrijdzwemmen - zou je kunnen zeggen dat Noah Boswinkel wordt belast met deze 'erfenis'. In haar ogen is de teloorgang van het herenteam eenvoudig te verklaren. 'Tien jaar geleden is AZC begonnen met het betalen van spelers. Maar als de geldschieter stopt, is het geen hogere wiskunde dat al die gasten hun heil elders gaan zoeken.'

Streekderby tegen De Plas

'Letterlijk het hele eerste en een deel van ons tweede team is opgestapt', vervolgt ze haar verhaal. 'Een hoop jongens die in eerste instantie over zouden blijven en spelers die bij andere clubs op dit moment geen kans krijgen, hebben getwijfeld, maar zagen het niet zitten om onderin de eredivisie te gaan spelen. Als dat zo blijft, heb je niks te zoeken in de eredivisie.'

Omdat de club op het laatste moment kenbaar maakte uit de hoogste afdeling te stappen, was het volgens haar niet meer mogelijk om in te stromen in de eerste- of tweede divisie. Dus wacht AZC aankomend seizoen onder meer twee streekderby's tegen De Plas uit Nieuwkoop. 'AZC hoort altijd in de eredivisie te spelen', beweert Van der Wild. 'Maar dit is de enige juiste beslissing, al zeg ik dat met pijn in mijn hart.'

Gebrek aan aanwas

Waarom hij het verstandig vindt dat AZC zich terugtrekt? 'Anders zou je iedere wedstrijd met 40-/45-0 verliezen. Dan is het spelletje helemaal niet leuk meer. Daarom heb ik de club ook geadviseerd een stapje terug te doen, hoe verrotte jammer ik het ook vind.' Van der Wild zegt AZC bij zijn komst al te hebben gewaarschuwd. 'Met mij koop je tijd, maar ga dan wel wat aan je jeugdopleiding doen', luidde zijn boodschap.

Wat hem betreft, kampt de Alphense club met een gebrek aan aanwas van talentvolle jeugdspelers. In het voorbije decennium is Tim de Mey als enige waterpoloër uit de opleiding van AZC terechtgekomen bij het Nederlands team. Vlak voordat hij vier jaar geleden de club verliet, barstte de Alphenaar tijdens een interview in tranen uit over het faillissement van Van der Wilds modeketen en de toen al dreigende leegloop van spelers.

'Wie voor het geld wil spelen, die moet hier lekker wegblijven'

'AZC mag niet in de derde klasse eindigen', waren destijds zijn onheilspellende woorden. Die zijn werkelijkheid geworden, aangezien de derde klasse nu derde divisie is gaan heten. 'Toevallig dacht ik daar net nog even aan terug', moet de 25-jarige De Mey bekennen. 'Toen had ik sinds mijn vierde nooit ergens anders gespeeld. Wat ik sindsdien wel heb geleerd, is dat je op een gegeven moment voor jezelf moet kiezen.'

Het verrassende nieuws over de val van AZC noemt hij niettemin 'heftig' en 'klote'. De Mey speelt in Italië bij RN Florentia, waarmee hij vorig jaar nipt promotie naar het hoogste niveau misliep. Ook die club is als meervoudig landskampioen recentelijk afgezakt. 'Dit is een beetje het AZC van Italië. Hopelijk lukt het mijn oude club snel om terug te komen, want ik blijf een Alphenaar. Soms heb ik op de training nog een AZC-broekje aan.'

'Vlaggenschip is weggedreven'

Aanzienlijk minder verast over de afdaling van AZC is John Jansen, die in januari na drie jaar stopte als clubvoorzitter. 'Dit had ook twee, drie of misschien vier jaar geleden al kunnen gebeuren', aldus de Alphense oud-waterpoloër, die met AZC de Champions League-finale verloor (1983) en met Oranje negende werd op de Olympische Spelen (1992).

'Heren 1 was vroeger echt het vlaggenschip, maar dat is de laatste jaren steeds verder weggedreven van de vereniging. Als het aan mij lag, hadden we al eerder een stapje teruggedaan. En dan meer Alphense jongens inbrengen, in plaats van passanten van buitenaf. Maar het is mij simpelweg niet gelukt om het ambitieniveau omlaag te halen, zodat jonge jongens die tussen wal en schip vallen ook een kans kunnen krijgen.'

Voorbeeld volgen van ARC

Dat de Alphense hoofdmacht nu niet één maar drie klassen lager moet instromen, verwijt hij zwembond KNZB. 'Dat vind ik wel zwaar, en ook niet in het belang van het waterpolo. Deze club heeft ook wel iets betekend voor de sport.' Hij hoopt dat AZC het voorbeeld zal volgen van de Alphense voetbalclub ARC, die na twee degradaties op rij meer is gaan inzetten op eigen jeugd en langzaam de weg omhoog weer heeft gevonden.

Vorig seizoen was Jansen behalve clubvoorzitter ook actief als coach van AZC 2. Voor de toekomst heeft hij zijn hoop gevestigd op een jongere generatie. Zo hebben oud-AZC'ers als Niels Zuidweg en Michiel Vork tienerzonen die mogelijk in de voetsporen van hun vaders kunnen treden. 'Ik denk dat het mooier wordt dan het was, want nu hoort heren 1 weer bij de club. En wie voor het geld wil spelen, die moet hier lekker wegblijven.'

Doorstart met plek voor jeugd

Met die laatste opmerking is Tim de Mey, die hoopt op het EK in januari zijn eerste eindtoernooi mee te maken, het niet helemaal eens. 'Ik snap dat als er geen geld is, je weinig uit kunt geven. In mijn tijd moesten de spelers van ZVL-1886 zelfs contributie betalen. Maar als je vier keer per week 2,5 uur traint, dan vind ik het normaal dat je daar een vergoeding voor krijgt. Al kan ik pas van de sport leven sinds ik in het buitenland speel.'

Maar betaald wordt er bij AZC niet meer, zo verzekert waterpolovoorzitter Noah Boswinkel. 'Dat heeft de afgelopen tien jaar mooie prijzen opgeleverd, maar het heeft ook veel gekost. We hebben lering uit het verleden getrokken en we gaan het heel anders doen. Daarvoor moeten we nu een doorstart maken, waardoor er weer plek zal komen voor eigen jeugd.'

Terugkeer 'clubman' als coach

Klinkt als een ondankbare taak. Boswinkel, tot voor kort keepster van het eerste damesteam, lacht begripvol. 'Ik zie wel mogelijkheden. Twee jaar geleden hebben Melissa Dongelmans (werd als waterpoloster meermaals landskampioen met GZC Donk, red.) en ik de damestak nieuw leven ingeblazen. Nu spelen we na twee jaar eerste divisie. Het bewijst dat je moet investeren in jeugd, en goede mensen op de kant moet hebben.'

Komend seizoen keert met Sander Verheul een 'echte clubman' terug als coach van de AZC-mannen. Van de nieuwe selectie heeft alleen Twan de Kievit ervaring opgedaan met het vlaggenschip in de eredivisie. 'Ik zou het mooi vinden als we binnen vijf jaar weer terugkeren in de eredivisie. Dat is ook haalbaar. Op eigen kracht, zonder betaalde spelers', besluit Boswinkel.

Lees ook: Mogelijke oplossing voor hoofdpijndossier: verhuizing tennisclub Nieuwe Sloot naar voetbalvelden Alphense Boys