Advocaat-generaal: veroordeling Alphenaar voor doden van zakenpartner moet blijven staan

Foto: Rechtbank Den Haag

ALPHEN AAN DEN RIJN – De advocaat-generaal heeft aan de Hoge Raad geadviseerd om de veroordeling van Rik B. (59) in stand te laten. De Alphense man doodde zijn zakenpartner Aldrik Frik (54) in 2018 en werd in 2022 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 17 jaar.

B. werd veroordeeld door de rechtbank en het gerechtshof, maar heeft altijd ontkend. De Alphenaar wilde dat de Hoge Raad zijn veroordeling zou gaan beoordelen. De Hoge Raad zal zich nog over de veroordeling buigen. De advocaat-generaal heeft echter al geadviseerd dat de veroordeling kan blijven staan. Het hof hoeft de zaak daardoor niet opnieuw te behandelen.

De Hoge Raad hoeft het advies van de advocaat-generaal niet over te nemen, omdat het niet bindend is. Naar verwachting zal de Hoge Raad op 12 maart uitspraak doen over de zaak.

Lichaam gevonden in bedrijfspand

In een bedrijfspand aan de Ondernemingsweg in Alphen aan den Rijn werd op 3 augustus 2018 ’s ochtends vroeg het lichaam gevonden van Aldrik Frik. B. runde samen met zijn zakenpartner een vertaalbureau. Die nacht sliep het slachtoffer op de zolder van het bedrijfspand. Hij kwam om het leven door hoofdverwondingen en verwurging.

B. heeft altijd beweerd dat hij tijdens die dag ongeveer om 08.10 uur arriveerde in het pand en dat hij Frik toen daar dood aantrof. Hij heeft vervolgens naar eigen zeggen de rug van Frik aangeraakt en daarna 112 gebeld.

Het hof oordeelde echter dat het niemand anders kan zijn dan B. die Frik doodde, omdat zij ten tijde van het misdrijf de enige aanwezigen in het bedrijfspand waren. De advocaat-generaal is van mening dat het hof juist heeft geoordeeld en dat het daarnaast goed was beargumenteerd.

Met voorbedachte rade of niet?

In 2019 werd de 59-jarige Alphenaar door de rechtbank vrijgesproken van moord. Zij oordeelden dat er geen sprake was van een vooropgezet plan. De rechtbank veroordeelde B. wel tot een celstraf van 15 jaar voor doodslag.

Het hof was het echter niet eens met de uitspraak van de rechtbank. Het hof oordeelde dat het doden van Frik niet in een opwelling was gedaan, maar met voorbedachten rade.

B. had het ombrengen van Frik volgens het hof bewust voorbereid. Hij was eerder dan normaal naar zijn werk gegaan en gebruikte spullen uit het gebouw: een bijl, onkruidwieder en een touw. Daarmee zou er volgens het hof sprake zijn geweest van een moord. B. en zijn advocaat waren het echter niet eens met de uitspraak van het hof en stapten naar de Hoge Raad.