Van leeg landgoed tot levendig vogelpark in Alphen aan den Rijn: Avifauna bestaat 75 jaar

Avifauna in de jaren vijftig Foto: Historische Vereniging Alphen

ALPHEN AAN DEN RIJN - Het zong rond in Alphen aan den Rijn, eind jaren veertig: 'Die lui van Van den Brink hebben vreemde vogels in hun achtertuin.' Die tuin was een landgoed met een monumentaal woonhuis. De vogels waren een privécollectie, een hobby van een vader en zoon. Buurtbewoners waren razend nieuwsgierig naar wat er allemaal in die tuin gebeurde. Het verzoek om het landgoed een keer te openen, leidde tot de oprichting van Vogelpark Avifauna, dat deze maand 75 jaar bestaat.

Het Rotterdamse echtpaar Van den Brink zat in de luxe hoeden. Hun 'Maison Van den Brink' had vestigingen in Den Haag, Rotterdam en Amsterdam. Alle hoeden werden met de hand gemaakt van dure materialen en hun klanten behoorden tot de betere kringen: het gerucht ging dat zelfs de koningin haar hoeden bij Van den Brink kocht.

Een gerucht of niet, feit is dat de zaken goed gingen goed. Daardoor kon de familie een landgoed met groot woonhuis kopen in Alphen: het Landgoed Ten Rhijn.

Landgoed ingepikt

De jongste zoon van de familie was Gerard van den Brink junior. In een interview in 2008 vertelde hij dat het landgoed oorspronkelijk een bos was. 'Er stonden prachtige eeuwenoude bomen.'

'Toen de oorlog uitbrak, werd het huis gevorderd door de Duitsers. Die hakten vrijwel alle bomen om, op drie na. De bomen werden opgestookt in de kachel', herinnerde hij zich. Toen de familie na de oorlog terugkeerde, was het bos verdwenen en was de tuin een lege vlakte.

Er bestaan verschillende lezingen over de komst van exotische vogels naar Alphen. Vaak wordt beweerd dat Van den Brink begon met het houden van vogels, zodat hij de veren kon gebruiken om zijn hoeden te verfraaien. Zijn zoon sprak dat tegen in het eerder genoemde interview: 'Welnee, dat had er niks mee te maken.' Volgens Gerard junior was hij degene die op 14-jarige leeftijd puur voor de lol wat vogeltjes begon te houden in de volières rond het huis, terwijl zijn vader aan een tuinarchitect opdracht gaf om de geplunderde tuin weer te fatsoeneren. In de tuin kwamen vijvers en bruggetjes.

Open voor publiek

Het verzoek van de Alphense burgemeester Witschey om de tuin in 1949 een dag open te stellen voor het publiek, bracht de ondernemersfamilie op een idee: een dierentuin met alleen maar vogels.

Gerard senior pakte het gelijk groot aan: de volwassen kinderen van Van den Brink werden er door hun vader op uitgestuurd om in het buitenland vogels te kopen voor het park.

Vogels vangen op bestelling

Dat kon toen nog gewoon: exotische dieren werden op bestelling in het wild gevangen. Een jaar later opende 'Internationaal Vogelpark Avifauna' de poorten. In de Alphense polder konden bezoekers zich vergapen aan struisvogels uit Afrika, pinguïns uit Peru en uilen, kraanvogels en zangvogels uit alle hoeken van de wereld. De familie was vastbesloten om dit park tot een groot succes te maken. Al snel werd het terrein uitgebreid van twee naar negen hectare.

Gerard van den Brink met een ara Foto: Historische Vereniging Alphen

Terugkijkend kun je constateren dat de ambities van de familie Van den Brink te groot waren. Avifauna kreeg in korte tijd een enorme naamsbekendheid, maar er werd te veel geld uitgegeven.

Het horecapaviljoen midden in het park was regelmatig het podium van grote big bands, die soms voor een avond werden overgevlogen vanuit Londen. Al in 1953 kwam Van den Brink in de financiële problemen.

Overgenomen voor één gulden

De gemeente Alphen aan den Rijn wilde Avifauna heel graag behouden en nam het over, maar slaagde er ook niet in om het park rendabel te maken. Een oplossing kwam in 1956, toen horecafamilie Van der Valk aanklopte. Zij namen het park over van de gemeente Alphen, voor het symbolische bedrag van een gulden.

Onder Van der Valk brak er een nieuwe glorietijd aan. Met name in de bollentijd stonden er lange files. Veel bezoekers waren toeristen die op weg waren naar Keukenhof. Dat bloemenpark in Lisse had nog geen restaurant, dus werd er een tussenstop gemaakt bij Avifauna.

Ook Fik Engbersen en zijn collega de heer Houtzager werden geïnterviewd in 2008. Zij werkten vrijwel hun hele carrière in Avifauna voor de familie Van der Valk. Oprichter Martinus en zijn vrouw Rie woonden zelfs boven het park, in het restaurant. Hij was een man van vaste gewoonten: 'Om 22.00 uur moest hij zijn borreltje hebben. Niet eerder dan 22.00 uur, want dat mocht niet van zijn vrouw. Dat kwam ik dan brengen en dan moesten we klaverjassen tot diep in de nacht', herinnerde Houtzager zich.

Hotel, rederij en populaire speeltuin

Verstand van vogels had Van der Valk volgens Engbersen en Houtzager niet, maar van horeca des te meer.

Het bedrijf werd zeer succesvol en werd in de loop der jaren uitgebreid met onder meer een hotel en een rederij. Bovendien kreeg Avifauna een grote speeltuin, die tot op de dag van vandaag razend populair is.

Meer aandacht voor de dieren

Eind jaren negentig werd het besluit genomen Avifauna verder te ontwikkelen als dierenpark. Educatie, soort- en natuurbehoud spelen anno 2025 een voorname rol, zoals dat in vrijwel alle grote dierentuinen het geval is.

Het park is geen eigendom meer van Van der Valk, maar is ondergebracht in een stichting, die volledig los staat van de commerciële activiteiten binnen het bedrijf. Er werden grote vernieuwingen doorgevoerd, zoals de Lori Landing en de Filipijnenhal. Ook kwamen er zoogdieren, zoals (half)apen en reuzenmiereneters.

Opening nieuwe volière voor Rüppells gieren bij 75-jarig jubileum

In het jubileumjaar 2025 opent Avifauna een nieuwe grote volière voor Rüppells gieren; een soort die in het wild ernstig wordt bedreigd. Door met het dier te fokken, wil het park een bijdrage leveren aan het behoud van deze gier.

De opening van deze volière is woensdag. Dat is precies 75 jaar en vier dagen na de officiële opening in 1950.

Lees ook: Dertigjarig jubileum voor stadsgidsen in het Alphense centrum: ‘Maken de geschiedenis toegankelijk’