Huishoudelijke hulp te grote kostenpost: robotstofzuigers moeten druk verlichten
ALPHEN AAN DEN RIJN - De vergrijzing van de samenleving en het personeelstekort in de zorg maken het onmogelijk om aan de vraag om huishoudelijke hulp te voldoen. Daarom start de gemeente in samenwerking met Tzorg, Participe, CSU en Tom in de buurt een pilot.
Robotstofzuigers en maatwerk moeten de druk op de huishoudelijke hulp verlichten. Ook meer handzame schoonmaakproducten bieden uitkomst aan ouderen die het niet meer zelf denken te kunnen.
Keukentafelgesprek
Aan de proef mogen 35 mensen die in aanmerking komen voor huishoudelijke hulp meedoen. Bij het afgeven van een indicatie gaat Participe een keukentafelgesprek aan. Daarin wordt gekeken of er taken zijn die mensen nog langer uit kunnen voeren met behulp van andere materialen.
Een langere stok bijvoorbeeld, om onder kastjes te kunnen en ramen te zemen. Ook de robotstofzuiger neemt een deel van het zware werk uit handen. Het apparaat heeft zelfs de mogelijkheid om te dweilen. Verder maken microvezeldoekjes veel beter schoon, maar zijn die nog lang niet overal aanwezig.
'Stil zitten is ook niet bevorderlijk'
Het uitgangspunt is dat mensen zolang mogelijk zelf blijven schoonmaken. 'We kijken wat mensen nodig hebben om zelfredzaam te kunnen blijven', zegt Jan-Cees Hortentius van Participe. 'Stil zitten in een stoel is ook niet bevorderlijk.'
Uit het keukentafelgesprek kan blijken dat het iemand niet lukt om hele hoge kastjes af te nemen, terwijl andere werkzaamheden nog goed gaan. De huishoudelijke hulp komt dan alleen voor de taken die niet meer lukken.
Onhoudbare situatie
'De zorgkosten stijgen enorm', vertelt wethouder Anouk Noordermeer. 'Het aantal ouderen verdubbelt. Naast de grote zorgvraag zien we ook een toename van het aantal indicaties dat afgegeven wordt.' Het sociaal domein is de grootste kostenpost van de gemeente. 'De situatie is onhoudbaar, we moeten op zoek naar andere manieren om aan de vraag te voldoen.'
Voor de pilot zijn de partijen op zoek naar 35 vrijwilligers die in aanmerking komen voor ondersteuning vanuit de wmo. Zij worden een jaar lang gevolgd en daarna trekken de deelnemende partijen conclusies. Het is de bedoeling om de nieuwe manier van werken dan bij alle aanmeldingen toe te passen.