KNZB wacht op sneltests, hervatting eredivisie waterpolo in februari

Foto: Frans van der Heijden

ALPHEN AAN DEN RIJN - Zwembond KNZB koerst af op de hervatting van de eredivisie waterpolo in het eerste weekend van februari. Het hoogste waterpoloniveau van Nederland maakt deel uit van de topsportuitzondering op de coronamaatregelen die de overheid heeft opgelegd. De competitie wordt in aangepaste vorm uitgespeeld.

De veertien eredivisieclubs, waaronder AZC Alphen, spelen deze competitie één keer tegen elkaar in plaats van tweemaal. Ieder team speelt thuis of uit tegen een tegenstander. Na dertien wedstrijden wordt de balans opgemaakt: de top-8 strijdt in de play-offs om het landskampioenschap en de ondersten gaan in de play-outs het gevecht aan om degradatie te ontlopen. In het eerste weekend van juni moet de landskampioen bekend zijn.

Competitieleider Edwin Hoogerwerf zegt dat de KNZB verwacht in de eerste week van januari de verplichte sneltests te kunnen aanschaffen via sportkoepel NOC*NSF. 'Dat is nodig om te kunnen trainen en wedstrijden te spelen. Zonder die test, gelden de huidige regels.' Oftewel: alleen trainen in groepjes van twee in de openlucht.

Clubs moeten sneltests betalen

De kosten voor de sneltests komen volledig voor rekening van de clubs. 'Eén test kost 5 à 10 euro. De begrotingen van de eredivisieclubs zijn van dien aard, dat dit geen onoverkomelijke kosten voor hen zijn', meent Hoogerwerf.

Alle zwembaden in Nederland zijn sinds dinsdag dicht en mogen alleen opengaan voor topsporters. Hoogerwerf verwacht niet dat teams helemaal niet kunnen trainen omdat zwembaden bij hen in de buurt niet open willen gaan. 'Zo'n situatie kan ontstaan bij commerciële zwembaden', realiseert de waterpolocoördinator zich.

'Maar er zijn overal zwembaden in de nabijheid die alsnog open gaat. AquaRijn in Alphen heeft bijvoorbeeld tegen omliggende clubs gezegd dat ze bij hen kunnen trainen en spelen als het zwembad in bijvoorbeeld Leiden dicht zou blijven.'

Internationals verplicht afstaan

Ron van der Wild, de coach van AZC, is blij dat er weer wedstrijden - formeel vanaf 17 december - gespeeld mogen worden. Wat de oefenmeester niet snapt, is dat een streep door het bekertoernooi is gegaan. 'Het is een afvalschema, dus je speelt maximaal drie of vier wedstrijden. Ik vind dat je na zo'n lange pauze als deze moet proberen om zoveel mogelijk te spelen als het mag. Ik vind het niet erg om tot eind juni of begin juli door te gaan.'

Een andere heikele discussie is het verplicht afstaan - tot het eind van dit seizoen - van de internationals. Bondscoach Harry van der Meer eist dat de spelers fulltime bij elkaar zijn voor een optimale voorbereiding op het Olympisch Kwalificatie Toernooi. Over twee maanden, medio februari, krijgt Nederland één kans om zich te plaatsen voor de Olympische Spelen. Vooralsnog is het zo geregeld dat spelers ongeacht het resultaat dit seizoen niet terugkeren naar hun club.

'Haalt Oranje de Olympische Spelen, moeten ploegen zich aanpassen aan het Nederlands team. Dan moet iedereen denken aan het landsbelang en de voorbereidingstoernooien die gespeeld gaan worden. Maar als Nederland niet naar Tokio gaat, moeten bondscoaches zich aanpassen aan de ploegen', vindt Van der Wild. 'Ik heb spelers aangetrokken voor AZC, niet voor het Nederlands zevental. Ze staan bij ons onder contract, wij zijn hun werkgever.'

In het geval van AZC gaat het om één international: Robin Lindhout. 'Ik gun het die spelers van harte, begrijp me niet verkeerd. En ik kan me ook nog voorstellen dat ze dagelijks met elkaar trainen, maar niet dat ze niet bij ons mogen spelen. Dat is absurd.'