Zwammerdam herdenkt slachtoffer coronavirus met erehaag

Foto: Gerrit Spruijt

ZWAMMERDAM - Met een erehaag hebben meer dan honderd mensen in Zwammerdam de aan het coronavirus overleden Martin Dobber (68) herdacht. Ze kwamen woensdag op gepaste afstand bij elkaar, terwijl het slachtoffer naar zijn laatste rustplaats werd gebracht.

Rond 11.30 uur komt een rouwstoet vanaf de begraafplaats in Bodegraven het buurdorp inrijden. Het laatste stuk loopt John Meuldijk, een goede vriend, voorop samen met de uitvaartbegeleider en een voorgangster. En met Maxim, de hulphond van Martin Dobber. 'Bijzonder om te zien dat zoveel mensen hun eer betuigen aan een man die dacht dat hij eenzaam was', aldus Meuldijk.

Langs de Spoorlaan staat een lang lint van belangstellenden, die zoals afgesproken anderhalve meter afstand van elkaar houden. Een flinke afvaardiging van voetbalvereniging Zwammerdam woont de herdenking bij. Ook de spelers van het eerste elftal brengen een eerbetoon aan Dobber, een hondstrouwe supporter van de club, die vanwege chronische rugproblemen in een rolstoel zat.

Geëmotioneerd

'Hoe hij dit zou hebben gevonden? Super', reageert een geëmotioneerde clubvoorzitter Jaap Peters. 'Hij was er altijd voor ons, nu was iedereen er voor hem.' Marja Troost, die bijna dertig jaar naast Dobbe heeft gewoond, schetst een vergelijkbaar beeld van hem. 'Martin was altijd geïnteresseerd in ons leven en dat van onze kinderen en kleinkinderen', zegt ze. 'Hij was een bijzondere man.'

Want hoe betrokken hij ook was, bij het dorp en in het bijzonder de voetbalclub, volgens zijn buurtgenoten voelde Dobbe zich vaak alleen. 'Als hij had geweten dat er zoveel mensen om hem gaven, dan had hij misschien wat makkelijker geleefd', vermoedt buurvrouw Troost. 'Dat hij er helemaal niet meer is, doet me toch wel heel veel pijn. Nu is er een lege plek naast ons huis. Dat voelt heel verdrietig.'

'Je kon over alles met hem praten', vult Meuldijk aan. 'Over het geloof of over het leven. Dat vond ik het waardevolst.' Bij de voetbalvereniging zal hij vooral worden herinnerend als een 'buitengewoon fanatieke supporter', vertelt Peters. 'Hij was er altijd, ook op alle trainingen. Dat kom je zelden tegen. En hij verdiepte zich in iedereen, zelfs tegenstanders. Ik zei tegen iemand: het was meer zijn club dan die van ons. Wij waren te gast. Ja, da's heel mooi.'