Alphense Boys-verlaters Ouwendijk en Van Zoest: ‘Na 12 en 13 jaar goed om ergens anders te kijken’

Foto: Arjan de Graaf

ALPHEN AAN DEN RIJN - Twaalf jaar lang voetbalt Arjan Ouwendijk in het shirt van Alphense Boys, Bas van Zoest zelfs dertien jaar. Maar daar komt aan het eind van dit voetbalseizoen een eind aan. Ouwendijk maakt de overstap naar ARC, Van Zoest gaat spelen voor Sportlust '46. 'Ik denk dat het tijd is voor een nieuwe stap', zeggen beiden.

'Ik ben toe aan het zaterdagvoetbal. ARC is voor mij een mooie stap. Ik ken veel mensen en ze doen goed mee in de hoofdklasse', aldus Ouwendijk. Dat bevriende oud-teamgenoten als Neal Arnoldus en Thom Nouwens bij ARC spelen, heeft Ouwendijk eveneens mee laten wegen. Ook Van Zoest spreekt zijn voorkeur uit voor zaterdagvoetbal. 'Ik heb voor mezelf gekozen, na dertien jaar is het goed om ergens anders te kijken.'

Lilinho Martins, Wessel Meiring, Kees Tol en Jessie Vink vertrekken ook bij Alphense Boys. Martins volgt Ouwendijk naar ARC, Meiring wordt Van Zoests ploeggenoot bij Sportlust. 'Iedereen kiest voor zaterdagvoetbal. We hebben het goed naar ons zin bij de Boys. Misschien hadden we wel bij elkaar kunnen blijven, maar dat ligt bij de club', zegt aanvoerder Van Zoest.

Volgend seizoen Ouwendijk tegen Van Zoest?

ARC en Sportlust zijn competitiegenoten van elkaar. De beide Bodegravers zouden elkaar volgend seizoen wel eens kunnen treffen, al zal één - en misschien wel beide - ploeg(en) dit seizoen kunnen promoveren. 'Als Sportlust dit seizoen promoveert is het mooi. Maar de focus ligt op volgend jaar promoveren naar de derde divisie. Daar hebben zij ook de spelers voor aangetrokken', meent Van Zoest.

'Ook ARC heeft ambities', stelt Ouwendijk. 'ARC doet het boven verwachting en heeft nieuwe jongens gehaald. Het kampioenschap is volgend seizoen misschien te hoog gegrepen, maar we gaan proberen een periodetitel te halen.' Maar, eerst afsluiten bij Alphense Boys. 'Een stap omhoog met Alphense Boys zou mooi zijn, maar dat wordt lastig. We geven te vaak op cruciale momenten niet thuis', besluit Van Zoest.