Maureen Koster en Femke Pluim op jacht naar limieten voor WK en Olympische Spelen
ALPHEN AAN DEN RIJN/BOSKOOP - Allebei willen ze over vier maanden schitteren tijdens de wereldkampioenschappen atletiek en zich kwalificeren voor hun tweede Olympische Spelen. Maar de wegen van Maureen Koster (26) en Femke Pluim (25) ernaartoe verschillen behoorlijk van elkaar. 'Maureen is wel iets verder dan ik ben', stelt de polsstokhoogspringster.
Het grote verschil met haar hardlopende clubgenote van de Alphense atletiekvereniging AAV '36: Pluim is pas net hersteld van een hardnekkige blessure aan haar achillespees. In oktober 2018 werd ze geopereerd. 'De revalidatie duurde lang en was best wel zwaar, maar ik moet zeggen dat ik daar wel goed doorheen ben gekomen. Ik ben blij dat ik nu weer stappen kan zetten.'
Pluim heeft deze maand tijdens een competitiewedstrijd in Frankrijk een hoogte van 4,40 meter gesprongen. Met diezelfde prestatie plaatste ze zich vorig jaar voor de EK. Dit jaar ligt de WK-limiet op 4,56 meter; één centimeter hoger dan haar persoonlijk record. 'Er zit meer in. Voor mijn gevoel ben ik niet ver verwijderd van mijn topniveau. Opnieuw een pr springen is dus een mooi streven.'
Dit artikel gaat verder onder het radio-interview met Femke Pluim over haar revalidatie van een blessure en haar olympische ambities.
Horizon verbreden
Waar zij al een poosje Papendal als trainingsbasis heeft, gaat Koster de komende tijd haar horizon verder verbreden. Iets meer dan twee maanden geleden beëindigde ze de samenwerking met haar oom en trainer Bert Koster, om regelmatig in Engeland aan de slag te gaan met haar nieuwe coach Rob Denmark.
'Dat was heel erg moeilijk, maar ik sta nog steeds achter die keuze', benadrukt de in Alphen woonachtige Boskoopse. 'Ik heb jarenlang alleen getraind, maar ik zie nu pas wat voor meerwaarde het heeft om te trainen in een groep met andere meiden. Ik had ook het gevoel dat ik andere training nodig had. En het slaat heel goed aan bij mij, dus ik ben blij dat ik die keuze heb gemaakt.'
'Veelbelovend'
En het eerste resultaat mag er zijn. In haar eerste outdoorwedstrijd van het seizoen verpulverde Koster donderdag haar pr op de 3000 meter. Tijdens de Harry Schulting Games in Vugt kwam ze tussen de mannen tot een tijd van 8.43,12. Daarmee zat Koster enkele seconden onder haar oude toptijd en was ze sneller dan ze indoor ooit had gelopen. 'Dat is heel veelbelovend.'
Koster, die drie jaar geleden in Rio de Janeiro nog deelnam aan de olympische 1500 meter, richt zich nu volledig op de 5 kilometer. Op zaterdag 15 juni hoopt ze in Nijmegen te voldoen aan de WK-limiet. Die staat op 15.22,00. 'Ik denk wel dat ik dicht bij de olympische limiet kan komen. Ik heb er heel vertrouwen in en ik heb heel veel zin in het seizoen.'
Dit artikel gaat verder onder het radio-interview met Maureen Koster over haar eerste wedstrijd van dit seizoen, trainen in Engeland, de WK en Olympische Spelen.
Grote droom
Net als Koster stelt Pluim alles in het werk om niet alleen erbij te zijn op de WK in Doha, maar ook een ticket voor Tokio 2020 te bemachtigen. 'Ik denk wel dat Maureen en ik een ander pad bewandelen richting de Spelen. Maar natuurlijk is het ook mijn grote doel en mijn grote droom om daarnaartoe te gaan. Daar werk ik elke dag voor.'
Vrijdagavond vonden de Urban Pole Vault Series plaats in Alphen aan den Rijn. Een internationale polsstokhoogspringwedstrijd op het Rijnplein, midden in het stadshart, georganiseerd door onder anderen Femke Pluim. Dit weekeinde wordt in drie Nederlandse steden gesprongen. Op die manier hopen de atleten polsstokhoogspringen op de kaart te zetten.