Twee keer véél te lang stil, gaat het dit jaar wel goed tijdens dodenherdenking?
ALPHEN AAN DEN RIJN - In Alphen aan den Rijn is het zo'n beetje traditie geworden om net iets langer dan twee minuten stil te zijn tijdens de Nationale Dodenherdenking. Vorig jaar waren het vier minuten en het jaar daarvoor drie. Worden het er dit jaar vijf? 'Wellicht. Er valt immers genoeg te herdenken', grapt Koos van Arkel, voorzitter van het Comité Herdenking Alphen aan den Rijn. 'Het gaat een mooie, goede plechtigheid worden.'
Twee jaar geleden ging het voor het eerst mis, toen de toespraak van Van Arkel en het taptoesignaal vijftig seconden vóór 20.00 uur al klonken, waardoor er bijna drie minuten stilte werd gehouden.
Het jaar daarop leek de les nog niet te zijn geleerd, want toen klonk het signaal al om 19.58 uur. Maar dit jaar heeft Van Arkel er vertrouwen in dat het wél goed gaat komen. En dan niet omdat hij een extra stopwatch zet of iets dergelijks.
'Ik begin om 19.55 uur met mijn toespraak. Dan meld ik hoe het programma van de avond eruitziet. Het zou best kunnen dat ik wat eerder klaar ben, maar dan geef ik aan dat we op het taptoesignaal wachten om met de twee minuten stilte te beginnen', legt hij uit.
'Of er nou een paar seconden extra bij zitten of niet, is ook niet erg.' Dat laatste weet hij uit ervaring. De extra minuten stilte van voorgaande jaren leverden toen ook geen klachten op.
Kransen leggen
Buiten het feit dat er dit jaar wordt geprobeerd om wel precies twee minuten stil te zijn, verloopt de Dodenherdenking gewoon zoals normaal. Eén kleine aanpassing: nadat burgemeester Liesbeth Spies de eerste krans bij het Verzetsmonument heeft gelegd, kondigt Van Arkel dit jaar eerst nog een aantal organisaties aan die óók een krans gaan leggen.
De organisaties die een krans zullen leggen zijn het Comité Herdenken, Stichting Alphense Oranje Vieringen, de Raad van Kerken, Vrij aan de Rijn en de lokale scouting. 'Daarna gaan de hekken open voor het publiek. Vorig jaar gebeurde dat tegelijkertijd en moest iedereen zelf een beetje zijn weg vinden.'